De Nederlander keek in 2016 dagelijks gemiddeld 3:03 uur televisie. Dat is vier procent minder dan in 2015. Die daling wordt voornamelijk verklaard door de toename (+13%) van video on demand en uitgesteld tv-kijken.

Het percentage uitgesteld kijken binnen zes dagen na de uitzending steeg van 6,1 procent in 2015 naar 6,9 procent van de totale kijktijd in 2016. Daar moet nog bij worden opgeteld hoeveel minuten men op alle andere schermen naast de televisie nog naar video keek. Dat neemt SKO niet mee in de 183 minuten dagelijkse kijktijd (PDF).

Het jaar 2016 was een ander jaar dan gemiddeld omdat er twee grote sportevenementen plaatsgevonden: het EK voetbal en de Olympische Zomerspelen.

De kijkcijfers laten inmiddels onmiskenbaar zien dat digitaal videokijken, of dat nu via tv, de telefoon of tablet is, het kijkgedrag verandert. De traditionele zenders zien vooral dat er veel minder nieuwe aanwas aan de onderkant is, lees: jongeren, en dat de kijker zelf wil bepalen wat hij wanneer bekijkt.

Een heel duidelijk signaal was onlangs uit Engeland te horen, het land dat vaak als voorloper wordt gezien in mediaconsumptie. Voor het eerst spenderen kinderen daar meer tijd op internet dan ze dagelijks televisie kijken, aldus een rapport van media- en telecomtoezichthouder Ofcom.

Engelse kinderen tussen de vijf en vijftien jaar besteden per week 15 uur aan internet en 13:36 minuten aan televisie. De internettijd groeide afgelopen jaar met 1:18 uur, de tv-tijd nam af met 1:12 uur. Dat valt te lezen in het Ofcom-rapport ‘Children and Parents: Media Use and Attitudes‘ (PDF).

Een onderzoek van Telecompaper stelde afgelopen najaar dat Nederlanders nog maar 38 procent van hun dagelijkse kijktijd besteden aan ouderwets lineair tv-kijken. De rest van de dagelijkse portie kijktijd gaat op aan het bekijken van tv-content die eerder is opgenomen.

De tv-programma’s die het meest uitgesteld werden bekeken in 2016:

BRON: EMERCE